Context - PFOA is een verbinding die gebruikt wordt bij de productie van water- of oliebestendige materialen, zoals kookgerei met antiaanbaklaag of waterdichte stoffen.
Houdt de aanwezigheid ervan in afgewerkte producten een risico in?
Laatste Update: 11 december 2018PFOA of perfluoroctaanzuur is een verbinding die wordt gebruikt bij de productie en verwerking van bepaalde kunststoffen (fluorelastomeren en fluorpolymeren). Het wordt hoofdzakelijk gebruikt voor de vervaardiging van producten met hydrofobe eigenschappen zoals waterdichte weefsels of kookgerei met antiaanbaklaag.
Het wordt ook gevormd door de afbraak van fluorpolymeren in hun toepassingen of in het milieu. Aangezien PFOA zeer stabiele chemische bindingen tussen koolstof en fluor bevat, is het zelf niet biologisch afbreekbaar in het milieu.
PFOA wordt beschouwd als een "zeer zorgwekkende stof" omdat het is ingedeeld als PBT (persistent, bioaccumulerend en toxisch). Dat leidt tot een situatie waarin geen veilig blootstellingsniveau kan worden vastgesteld. De PFOA-emissies moeten daarom tot een minimum worden beperkt.
PFOA wordt in verband gebracht met een aantal gezondheidsproblemen bij de mens. Het gaat dan over onder andere een hoog cholesterolgehalte in het bloed, colitis ulcerosa, schildklieraandoeningen, teelbalkanker, nierkanker en een te hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap. Voor het Wetenschappelijk Adviescomité van het US Environmental Protection Agency (EPA) is er "suggestief bewijs van carcinogeniteit, maar niet voldoende om het carcinogene vermogen voor de mens te beoordelen". In de Europese Unie is PFOA wel degelijk geclassificeerd als carcinogeen (categorie 2) en als een voor de voortplanting giftige stof (categorie 1B).
Hoewel de grootste PFOA-emissies naar verluidt voortkomen uit producten zoals professionele vloeistoffen voor het waterdicht maken van tapijten en huishoudtextiel, wordt een groot deel van de bevolking blootgesteld aan PFOA door de consumptie van besmet drinkwater en voedsel. PFOA is in menselijk bloed en moedermelk aangetroffen en kan een aantal jaren in het lichaam aanwezig blijven.
Niettemin wordt de blootstelling aan PFOA door consumptiegoederen als extreem (verwaarloosbaar) laag beschouwd. Volgens het verslag van het RAC en het SEAC van de EU zijn er op basis van de beschikbare gegevens geen risico's vastgesteld voor mensen die niet beroepsmatig worden blootgesteld als gevolg van directe toxische effecten van PFOA.
Onzekerheden over nadelige effecten op en dosis-responsrelaties voor de vermindering van het geboortegewicht of het cholesterolgehalte en epidemiologische studies van andere parameters (bijvoorbeeld immunotoxiciteit) worden ook als onvoldoende onderbouwd beschouwd om te worden opgenomen in een kwantitatieve risicokarakterisering. Uitgaande van beperkte gegevens over beroepsmatige blootstelling blijft er bezorgdheid bestaan voor de werknemers in fabrieken waar fluorpolymeren worden geproduceerd.
Hoewel PFOA lange tijd in het milieu kan blijven, lijkt er geen risico te bestaan voor het leven in het water, op het land en in de lucht.
De groepen van stoffen in verband met PFOA die het grootste probleem vormen, zijn fluortelomeren en gefluoreerde polymeren met zijketen die worden gebruikt in brandblusschuim, vetbestendige verpakkingen voor levensmiddelen, producten voor de bescherming van leder en beschermers tegen vlekken en vuil voor tapijten en textiel. De verbruiksartikelen waarvoor PFOA wordt gebruikt bij de productie zijn onder meer kookgerei met antiaanbaklaag, afdichtingsmiddelen, waterafstotende coatings voor kledingtextiel, plakband, tandzijde en tandentape, sommige specifieke soorten buizen.
De zorgwekkendste producten in verband met eventuele PFOA-emissies in de EU zijn (geïmporteerd) textiel en brandblusschuim. Verven op basis van PFOA kunnen ook een belangrijke milieubelasting vormen tijdens het aanbrengen en tijdens de hele levensduur van de verf.
In de loop der tijd is het gebruik van PFOA geleidelijk afgenomen als gevolg van eerdere verordeningen en de vrijwillige verbintenis van sommige producenten om het gebruik van zogenaamde C-8-verbindingen te stoppen, waaronder PFOA en PFOA-gerelateerde stoffen. De verbintenis bestrijkt evenwel niet alle producenten en uiteraard niet alle importeurs van behandeld textiel, dat als een belangrijke bron van PFOA-emissies in het milieu wordt beschouwd.
Een beperking voor alle potentiële emissiebronnen wordt beschouwd als de meest geschikte maatregel voor de hele EU om de emissies van PFOA en PFOA-gerelateerde stoffen effectief te verminderen waarbij in het bijzonder op producten en mengsels wordt gefocust.
Het doel van de voorgestelde nieuwe beperking is een halt toe te roepen aan alle doelbewuste toepassingen van PFOA-gerelateerde stoffen of ze te beperken tot onder een bepaalde drempelwaarde in de bestaande producten en toepassingen waarvoor substitutie technisch onhaalbaar is.
De voorgestelde beperking omvat PFOA-gerelateerde stoffen, dat zijn stoffen die vanwege hun moleculaire structuur kunnen afbreken tot of zich omzetten in PFOA. Het voorstel zou stoffen betreffen die als zorgwekkend worden beschouwd en zou stoffen uitsluiten die niet als zorgwekkend worden beschouwd. De bedoeling van de beperking is namelijk de emissies tot een minimum te beperken. Het doel van het voorstel is ook het gebruik van fluorpolymeren toe te staan wanneer zij niet uit PFOA worden vervaardigd.
De beperking, in combinatie met de aanbevolen wijzigingen van de concentratiegrenzen, afwijkingen en overgangsperioden, lijkt in de praktijk toepasbaar en met evenredige kosten.
Er zijn veel specifieke uitzonderingen aangevraagd en de comités RAC en SEAC van de EU hebben de uitzonderingen goedgekeurd voor producten die worden gebruikt als implanteerbare medische hulpmiddelen en textiel-, foto- en halfgeleiderproducten (fotolithografie) of stoffen die als tussenproducten in toepassingen worden gebruikt, mits zij onder strikt gecontroleerde omstandigheden worden vervoerd en gebruikt. Bestaande brandblusschuimen zouden gedurende 20 jaar, van het voorstel worden vrijgesteld. Dat komt overeen met hun normale levensduur.
Ondertussen bestaan er alternatieven voor PFOA, het gaat dan voornamelijk om gefluoreerde stoffen met een korte keten. Voor bepaalde toepassingen zijn er ook niet-gefuoreerde stoffen beschikbaar, maar zij kunnen minder effectief zijn.
This summary is free and ad-free, as is all of our content. You can help us remain free and independant as well as to develop new ways to communicate science by becoming a Patron!